Step 1: observation
During my lesson in Hoedspruit, I conducted an activity on emotions using hand puppets in English. The children listened attentively and were very engaged with the puppets, but during the debriefing and the assignment, I noticed that some children were reluctant to speak. Some used short sentences, while others just nodded or mumbled a word. One of the students seemed to understand me but did not respond when I asked her how the puppet was feeling. The class teacher rephrased my question in English, after which the girl smiled and answered. This made me realize that language can be a barrier to active participation.
At the same time, I noticed that the class teacher was observing my approach and later mentioned that the children are not used to answering open-ended questions or coming up with their own endings.
Step 2: feelings
My feelings:
- Initially, I felt frustrated because I noticed some children weren’t responding, and I doubted whether they understood the task.
- Then, I felt insecure about my approach: had I made the activity too difficult?
- When I saw that the class teacher translated differently and when I provided other examples that received positive feedback from the children, I felt relief and gratitude.
The feelings of others:
- Student X seemed uncertain and confused when I asked her the question, but relaxed when she received support from the class teacher.
- Student X made an effort and opened up to me.
- The class teacher radiated helpfulness and seemed aware of the language barrier.
- The class teacher was curious about my approach and later gave constructive feedback.
Step 3: needs
My needs:
- The need for effective communication with the children.
- The need to create a safe space for all children where they feel confident enough to speak.
- The need to achieve my lesson goals and ensure active participation from the children.
The needs of others:
- Student X needed to feel safe and understood before she dared to answer.
- The class teacher needed to support the children with language comprehension.
- The class teacher needed to ensure that the approach fit the classroom routines.
Step 4: response and reflection
My response:
- First, I tried to repeat the question and use my body language to illustrate what I meant.
- When that didn’t work, I gave an example.
- After the class teacher translated, I realized I needed to provide more visual support and possibly translate some key words to help the children. This led me to provide other examples.
Reflection:
- Culturally, the children might not be accustomed to answering open-ended questions in a classroom context.
- Language plays a crucial role in participation and self-confidence, especially in an environment where multiple languages are spoken (English, Afrikaans, and Afrikaans dialects).
- In Belgium, I use many playful techniques, such as play corners and visual aids, but there are fewer resources available here. I can be creative to make up for that.
- This moment taught me how important it is to be flexible and ask for support from local colleagues.
Step 5: request
To myself:
- For future lessons, I can create a visual word list with simple translations of key words.
- I can make more use of non-verbal communication, such as pictograms, gestures, and role-playing.
- I want to discuss in advance with the class teacher which words and phrases might be difficult and how we can address them.
To others:
- I can ask the class teacher to go over certain terms with the children beforehand.
- I can discuss with the class teacher which techniques the children are already familiar with and how I can build on them.
Conslusion:
By analyzing this situation with the IIC-toolkit, I realize that intercultural communication goes beyond just language. It’s important to consider cultural learning habits and be open to adjusting my approach. Through collaboration with the class teacher, I feel supported and can make my lessons more inclusive.
.
-------------------------------------------
Stap 1: observatie
Tijdens mijn les in Hoedspruit gaf ik een activiteit rond emoties met handpoppen in het Engels. De kleuters luisterden aandachtig en waren zeer geprikkeld door de puppets, maar bij de nabespreking en de opdracht merkte ik dat sommige kinderen terughoudend waren om te spreken. Sommigen gebruikten korte zinnen, terwijl anderen enkel knikten of een woord mompelden. Een van de leerlingen, leek mij te begrijpen, maar antwoordde niet toen ik haar vroeg hoe de pop zich voelde. De klasleerkracht vertaalde mijn vraag op een andere manier in het Engels, waarna het meisje glimlachte en antwoordde. Dit deed me beseffen dat taal een drempel kan zijn voor actieve deelname.
Tegelijkertijd merkte ik dat de klasleerkracht mijn aanpak observeerde en later aangaf dat de kinderen het niet gewend zijn om open vragen te beantwoorden en zelf een einde te verzinnen.
Stap 2: gevoelens
Mijn gevoelens:
- Aanvankelijk voelde ik me gefrustreerd, omdat ik merkte dat sommige kinderen niet reageerden en ik twijfelde of ze de opdracht begrepen.
- Daarna voelde ik me onzeker over mijn aanpak: had ik de activiteit te moeilijk gemaakt?
- Toen ik zag dat de klasleerkracht het anders vertaalde, en toen ik zelf andere voorbeelden gaf waaruit er positieve feedback kwam van de kleuters, voelde ik opluchting en dankbaarheid.
De gevoelens van de anderen:
- Kleuter X leek onzeker en verward toen ik haar de vraag stelde, maar ontspande toen hij ondersteuning kreeg van de klasleerkracht.
- Kleuter X deed een inspanning en opende haar inspiratie naar mij toe.
- De klasleerkracht straalde behulpzaamheid uit en leek zich bewust van de taalbarrière.
- De klasleerkracht was nieuwsgierig naar mijn aanpak en gaf later constructieve feedback.
Stap 3: behoeften
Mijn behoeften:
- De behoefte aan effectieve communicatie met de kinderen.
- De behoefte om alle kinderen een veilige ruimte te bieden waarin ze durven spreken.
- De behoefte om mijn lesdoelen te behalen en de kinderen actief te laten deelnemen.
De behoeften van de anderen:
- Kleuter X had de behoefte om zich veilig en begrepen te voelen voordat zij durfde te antwoorden.
- De klasleerkracht had de behoefte om de kinderen te ondersteunen bij taalbegrip.
- De klasleerkracht had de behoefte om ervoor te zorgen dat de aanpak paste bij de gewoontes van de klas.
Stap 4: reactie en reflectie
Mijn reactie:
- Eerst probeerde ik de vraag te herhalen en met mijn lichaamstaal uit te beelden wat ik bedoelde.
- Toen dat niet werkte, gaf ik een voorbeeld.
- Nadat de klasleerkracht vertaalde, besefte ik dat ik meer visuele ondersteuning moest bieden en eventueel enkele kernwoorden kon vertalen om de kinderen te helpen. Waardoor ik andere voorbeelden gaf.
Reflectie:
- Cultureel gezien zijn de kinderen het misschien niet gewend om open vragen te beantwoorden in een klascontext.
- Taal speelt een cruciale rol in participatie en zelfvertrouwen, vooral in een omgeving waar meerdere talen worden gesproken. (Engels, Afrikaans, de dialecten van Afrikaans)
- In België gebruik ik veel speelse technieken zoals speelhoeken en visuele ondersteuning, maar hier zijn minder middelen beschikbaar. Ik kan hier creatief op inspelen.
- Dit moment leerde me hoe belangrijk het is om flexibel te zijn en ondersteuning te vragen van lokale collega’s.
Stap 5: verzoek
Aan mezelf:
- Bij volgende lessen kan ik een visueel woordenlijstje maken met eenvoudige vertalingen van kernwoorden.
- Ik kan meer gebruik maken van non-verbale communicatie zoals pictogrammen, gebaren en toneelspel.
- Ik wil vooraf met de klasleerkracht bespreken welke woorden en zinnen lastig kunnen zijn en hoe we dit kunnen opvangen.
Aan de anderen:
- Ik kan de klasleerkracht vragen om bepaalde termen vooraf met de kinderen door te nemen.
- Ik kan met de klasleerkracht bespreken welke technieken de kinderen al gewend zijn en hoe ik hierop kan aansluiten.
Conclusie:
Door deze situatie te analyseren met de IIC-toolkit, besef ik dat interculturele communicatie verder gaat dan enkel taal. Het is belangrijk om rekening te houden met culturele leergewoontes en om open te staan voor aanpassingen in mijn aanpak. Door de samenwerking met de klasleerkracht voel ik me ondersteund en kan ik mijn lessen inclusiever maken.